In de zorg voor gezinnen en jeugdigen wordt gedrag van het kind mede bepaald door de context van het gezin en de samenwerking tussen de ouders. Kinderen halen hun zelfbeeld uit de eenheid tussen ouders. Zij zien hierin hun ouders als geheel en gebruiken dit om een positief beeld over zichzelf te krijgen. Bij een breuk of verstoring in de samenwerking ervaren de kinderen spanning en stress. Deze verwarrende gevoelens komen tot uiting in het gedrag van het kind. Om aan te kunnen sluiten op de belevingswereld van het kind en het normaliseren van de samenwerking tussen de ouders, dien je als professional inzicht te hebben in het kind perspectief en de signalen in gedrag te herkennen.
Kinderen hebben de toekomst en kinderen zullen het voelen wanneer zorgprofessionals hen begrijpen en zich verdiepen in hun wereld. Vaak zorgt dat voor een opening in de hulpverlening en mogelijkheden tot het bieden van tools voor ouders.
Hulpverleningstrajecten zullen effectiever worden neergezet door de belevingswereld van het kind meer centraal te zetten. Dit voorkomt verergering en daarmee toename van zorgbehoefte.